TOOLBOX | 05. Winterse omstandigheden

In de wintermaanden kan het behoorlijk koud en nat worden. De winter brengt vaak grote ongemakken (zoals gladheid en kou) met zich mee. Ondanks deze ongemakken moeten we onze werkzaamheden toch zo veilig mogelijk doorgang laten vinden. Gelukkig zijn veel ongemakken te beperken door het dragen van aangepaste kleding, toch kan het voorkomen dat bepaalde ledematen onderkoeld raken. De handen zijn vaak minder (of niet) bedekt met kleding en koelen extra snel af. Machines die veel trillen, versterken de afkoeling van handen en vingers. En niet alleen je lichaam, maar ook het materieel waarmee je werkt heeft last van de kou.

Gevoelstemperatuur

De gevoelstemperatuur is een de temperatuur zoals jij die voelt. Dit is niet hetzelfde als de temperatuur die de thermometer op dat moment aangeeft. Het kouder kan aanvoelen dan het in werkelijkheid is! De oorzaak hiervan is de wind. Er kan een aantal effecten optreden vanaf bepaalde gevoelstemperaturen. Zo kun je bij een gevoelstemperatuur onder de -10 graden onderkoeld raken. Dat wil zeggen dat je lichaam teveel afkoelt. Bij een gevoelstemperatuur van -15 graden kan koudeletsel optreden. Van de organen die het verst van je hart afliggen kan dan het weefsel kapot gaan. Dit zijn vooral de tenen, de vingers, de neus en de oren. Deze toolbox geeft je informatie hoe je jezelf en materialen kunt beschermen tegen de kou. Voorkom bevriezing.

Risico`s > Wat kan er gebeuren?

• Onderkoeling;
• Snelheid en vaardigheid in werken en denken nemen af;
• Bevriezing (o.a. vingers, neus, oren en tenen, materieel, materiaal);
• Gladheid door bevriezing en/of sneeuwval (kans op aanrijdgevaar/ struikelen/ vallen/ uitglijden).

Maatregelen > Wat moet je doen?

Voorkom onderkoeling

  • Draag winterkleding (doorwerkkleding);
  • Drink warme dranken in de pauzes;
  • Verwarm de schaftkeet;
  • Scherm ruimtes tochtvrij af. Voorkom gladheid

Voorkom gladheid


  • Zorg voor gladheidsbestrijdingsmiddelen;
  • Voer oppervlaktewater af met bijvoorbeeld drainage, greppeltjes,
    riolering en pompen;
  • Maak werkvakken ijs- en sneeuwvrij;
  • Zorg dat de steigerwerk vloeren, ladders en trappen sneeuwen
    ijsvrij zijn;
  • Zorg dat de looproutes sneeuw- en ijsvrij zijn;
  • Gaten en kuilen dichten en rijsporen egaliseren;
  • Strooi preventief aan het einde van de werkdag. (zie tips)
Voorkom bevriezing van materiaal en materieel
 
  • Zorg dat materiaal en materieel goed is afgedekt;
  • Zorg dat waterleidingen zijn voorzien van goede isolatie, een warmtedraad of tap ze af;
  • Zorg dat C.V. installaties niet stuk kunnen vriezen;
  • Berg waterslangen vorstvrij op;
  • Sla materiaal vrij van de grond op;
  • Zorg ervoor dat er antivries in de koel- en ruitenvloeistof zit;
  • Door vorst kunnen leidingen en bepaalde materialen broos worden en sneller breken of haarscheuren krijgen, check deze dus regelmatig.

Voorkom aanrijdgevaar

  • Zorg dat ramen van voertuigen vrij zijn van ijs en/of aan-slag;
  • Rem gedoseerd;
  • Houd voldoende afstand;
  • Rustig optrekken en rustig rijden.

Discussie > Bespreek het met je collega`s